In Caught Stealing verruilt Darren Aronofsky (Requiem for a Dream, Black Swan) zijn kenmerkende duistere karakterstudies voor een rauw, nostalgisch misdaadavontuur dat rechtstreeks uit de jaren negentig lijkt te komen. Wanneer de onschuldige Hank – overtuigend gespeeld door Austin Butler – tegen zijn zin kattenoppas wordt, belandt hij plots midden in een chaotische achtervolging vol gangsters, complotten en een verloren nier. 

Aronofsky schetst het New York van de nineties met liefde voor detail: een stad vol vuilnis, neon, botsende culturen en larger-than-life criminelen die zo uit films van de Coen-broers of Tarantino lijken te zijn weggelopen. De film raast energiek en vakbekwaam voorbij, met strak camerawerk en slimme montage, maar zonder verrassende bochten. 

Caught Stealing is bovenal een stukje puur escapisme: licht, nostalgisch en pretentieloos entertainment voor wie even wil verdwijnen in een ouderwets misdaadverhaal dat geen andere ambities koestert dan plezier.